Nieuws3 juni 2020

Wat is er aan de hand met palmolie?

De kans dat je vandaag al palmolie gebruikt hebt, is vrij groot. Het zit in shampoo, brood, margarine en zelfs in je brandstoftank. Het is een wonderproduct waar we maar niet genoeg van krijgen. En daar begint de miserie, want te veel is trop voor de natuurlijke bronnen op aarde. Moeten we palmolie dan gelijk naar de strafbank verwijzen? Niet meteen. Want duurzame palmolie van kleinschalige coöperaties bestaat. Het socio-economische aspect is hier van belang: voor coöperaties die kiezen voor duurzame teelt, betekent palmolie een mooie bron van inkomsten.

Palmolie is veelzijdig en goedkoop

Palmolie is een heel goedkoop gewas om te verbouwen en dankzij de veelzijdige toepassingsmogelijkheden is de vraag ernaar – onder andere uit Europa – enorm hoog. We beleven momenteel een echte ‘palm rush’. Wereldwijd is het de meest populaire plantaardige olie. Het zit in 50% van de consumentenproducten. Ook in een groot aantal industriële toepassingen, zoals biobrandstoffen, treffen we palmolie aan.

We beleven momenteel een echte ‘palm rush’. Het zit in 50% van de consumentenproducten.

Waarom is palmolie ‘slecht’?

Maar iedereen weet wat er aan de hand is met palmolie en het roept steeds vaker negatieve gevoelens op. Want we kennen allemaal de verwoestende impact van palmolieplantages. Pijnlijke beelden van orang-oetans die uit hun habitat verjaagd worden staan op het netvlies gebrand. En van brand gesproken: massale ontbossing, verlies aan biodiversiteit door monocultuur. Oerbos- en veengebieden staan in de fik om plaats te maken voor plantages, dus adieu, klimaatregulerend bos.

Naast die milieukosten zijn ook de sociale verliezen groot. Lokale gemeenschappen zijn vaak het slachtoffer van landroof. Grote, corrupte bedrijven kopen land op, vaak met de steun van de al even corrupte overheden. Op land waar mensen al generaties lang wonen en voedsel telen, komen er plantages waar de arbeidsomstandigheden mensonwaardig zijn. En wie protesteert wordt hard aangepakt en (mond)dood gemaakt.

Duurzame palmolieteelt blijft mythe

Vrijwillige initiatieven van bedrijven leiden wereldwijd helaas niet tot duurzame palmolieteelt. Het meest bekende duurzaamheidsinitiatief voor palmolie is het RSPO. Het is echter vooral gericht op de monsterplantages. En net daar knelt het schoentje. De grootschaligheid van deze ‘gecertificeerde’ plantages staat namelijk echte transparantie in de weg, want net zo goed produceren ze er minder koosjere palmolie.

Hoe kun je het tij dan keren? Bij gebrek aan andere initiatieven zijn enkele ngo’s toch mee rond de tafel gaan zitten bij het RSPO-initiatief. Zo kunnen ze de vinger in de wonde blijven drukken. Veel bedrijven slagen er namelijk niet in om hun beloftes waar te maken en echte ‘conflictvrije’ palmolie te gebruiken.

Duivels genoeg, maar palmolie kent ook engeltjes

Palmolie kent ook heel wat positieve eigenschappen. Zo biedt de teelt ontwikkelingskansen aan kleinschalige landbouwers. Serendipalm is zo’n voorbeeld. Het is een associatie van kleinschalige telers in Ghana. De palmbomen die daar van oudsher thuishoren gedijen er prima tussen ander tropisch loof, en hebben nagenoeg geen kunstmatige ingrepen zoals chemische mest- en bestrijdingsmiddelen nodig.

En kijken we ook even naar de opbrengst per hectare van palmolie in vergelijking met andere oliën. De noten leveren een mooi rendement op. Voor een andere teelt zou wellicht meer grond nodig zijn om hetzelfde volume olie te produceren.
Palmolie an sich is dus niet de boosdoener, wel de manier waarop ze vandaag veelal geproduceerd wordt.

Palmolie an sich is niet de boosdoener, wel de manier waarop ze vandaag veelal geproduceerd wordt.

Wat kan je doen als consument?

 

Als consument let je voorts het best op de oorsprong van de palmolie (kleinschalige coöperaties zijn the way to go), of die coöperaties duurzaam telen en of de aankoper eerlijk handelt. In het geval van bijvoorbeeld ‘onze’ palmolieproducten is dit dan Coopeagropal uit Costa Rica voor onze chips en het Ghanese Serendipalm voor onze choco’s, de pralinéchocolade (voor de vulling) en de citroen- en kokoskoekjes.

Palmolie is een zeer vette olie die meer dan 40% verzadigde vetzuren bevat. En die mijd je gezondheidshalve beter, zoveel is geweten. Een verstandig gebruik is dus sowieso raadzaam. We ontwikkelen daarom producten met zo weinig mogelijk palmolie en andere verzadigde vetten. En waar palmolie weinig meerwaarde heeft, vervangen we ze door plantaardige alternatieven.

In onze fondantchoco zit maar 2,35 % palmolie, en in de gangbare hazelnootpasta 4%. Wij zoeken samen met onze verwerkers naar recepturen die het steeds meer mogelijk maken om plantaardige oliën te vermijden.

Neem de chocoladezeevruchten, daar kwam enkel cacaoboter aan te pas. Nieuw in ons assortiment is ook deze biologische palmolievrije smeerpasta met cacao en hazelnootjes. Heerlijk op de boterham, bij pannenkoeken, …

En eis goede regelgeving natuurlijk!

In een (palm)notendop:

  • In ons assortiment zitten producten met én zonder palmolie. De producenten van palmolie die we bezigen, zijn kleinschalig en telen op duurzame wijze.
  • We geloven dat de consument zelf een goede keuze kan maken en hebben maar één vraag: eis ook zelf goede regelgeving.
  • Palmolie is een voedselgewas en zou geen grondstof moeten zijn voor biobrandstof. De campagne ‘Geen Voedsel in mijn Tank’ verdient daarom extra steun!
  • Wij juichen alvast de recente resolutie van het Europees Parlement toe, die de commissie oproept tot een regelgeving over geïmporteerde producten die uit ontbossing voortkomen. En daar is palmolie zonder twijfel het vlaggenschip van.

Rechts