COP 27 biedt een antwoord op de symptomen van de klimaatcrisis, niet op de oorzaken ervan
Op de klimaatconferentie in Sharm el-Sheikh is een akkoord bereikt over een nieuw fonds om de klimaatschade waar sommige kwetsbare landen nu al onder lijden, financieel te compenseren. Maar de 196 landen die in Egypte aanwezig waren, boekten geen vooruitgang op het gebied van fossiele brandstoffen.
De COP27 werd op zondag 20 november met 37 uur vertraging afgesloten na moeizame onderhandelingen. Die leidden tot de goedkeuring van een afgezwakte tekst, die Oxfam voorzichtig positief onthaalt.
Er werd wel een emblematische resolutie goedgekeurd voor een fonds ter financiering van de schade die de armste landen reeds geleden hebben als gevolg van de klimaatverandering. Daarnaast bevat de verklaring van Sharm el-Sheikh slechts een vage oproep tot een "snelle" vermindering van de emissies. Met deze slottekst wordt ook geen enkele vooruitgang geboekt met betrekking tot de 100 miljard dollar bestemd voor de arme landen om de gevolgen van de klimaatcrisis te beperken en zich hieraan aan te passen. Bovendien wordt genderrechtvaardigheid amper vermeld.
Hieronder de belangrijkste punten die in het akkoord zijn opgenomen:
Een fonds voor "Loss and Damage"
De grootste stap gezet tijdens COP27 is de oprichting van een speciaal fonds voor landen die klimaatschade ondervinden, maar amper hebben bijgedragen aan de opwarming van de aarde. Dit is een historische overwinning voor de landen in de frontlinie van de klimaatcrisis, die al 30 jaar aandringen om dit fonds op te richten.
Deze oproep, gesteund door het maatschappelijk middenveld, vertrekt vanuit de vaststelling dat de klimaatverandering enorme schade toebrengt aan de getroffen landen; grotendeels lage-inkomenslanden. Een stijgende uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk veroorzaakt door rijke landen, zorgt namelijk voor een toename van klimaatrampen, zoals de overstromingen in Pakistan die 15.700 slachtoffers eisten. Deze landen vinden dan ook terecht dat zij financiële compensatie verdienen.
Het nadeel? Aan dit speciale fonds is slechts 350 miljoen dollar toegekend, een druppel op een gloeiend hete plaat als je bedenkt dat de behoeften tot 2030 geschat worden op 290 tot 580 miljard dollar per jaar. En dat alleen al voor lage-inkomenslanden. Bovendien richt het fonds zich in zijn huidige vorm alleen op "landen die bijzonder kwetsbaar zijn" voor klimaatverandering. Dat is een discours van de rijke landen, bedoeld om het aantal begunstigden te beperken.
Toch is dit een sterke symbolische overwinning: de COP heeft de oprichting van dit fonds vastgelegd en erkent daarmee dat het voor sommige landen, zoals eilandstaten die door de stijgende zeespiegel worden bedreigd, niet langer mogelijk is om zich aan te passen.
Een loss & damage fonds was ook een van de eisen van Oxfam België en de meer dan 14.000 mensen die onze petitie hebben ondertekend. In deze petitie eisen we dat België meer klimaatambitie toont en bijdraagt aan de klimaatfinanciering in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheden als historische vervuiler. In Dubai, waar in november 2023 COP28 zal plaatsvinden, zal ons land de kans krijgen zich hier volledig toe te verbinden. En dat niet alleen over de kwestie van “Loss & Damage”, maar ook over de financiering voor landen om zich te kunnen aanpassen aan de klimaatverandering. Het akkoord van rijke landen om jaarlijks 100 miljard dollar te verstrekken aan lage-inkomenslanden om de strijd tegen klimaatverandering te financieren, is echter nog steeds niet nagekomen, terwijl die belofte al in 2009 werd gemaakt op de COP in Kopenhagen.
De doelstelling van 1,5°C opwarming laat op zich wachten
In Sharm el-Sheikh is geen vooruitgang geboekt over fossiele brandstoffen of de doelstelling om de opwarming tegen 2030 te beperken tot 1,5°C. De slotverklaring beperkt zich tot een zwakke verbintenis "om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C" en roept op tot een "snelle vermindering van de uitstoot van broeikasgassen". Er is geen overeenstemming bereikt over de manier waarop het gebruik van fossiele brandstoffen (gas, olie, steenkool) moet worden verminderd. In de tekst wordt slechts vermeld wat reeds in Glasgow was overeengekomen, namelijk de geleidelijke vermindering van steenkool.
Dit betekent een grote overwinning voor de 600 gas-, steenkool- en olielobby’s, die in Egypte wel 25 keer talrijker waren dan op de COP26 in Glasgow. Tegelijkertijd is dit een ijskoude douche voor de planeet, die zo afstevent op een stijging met +2,8°C wereldwijd tegen 2030. Voor de landen in de frontlinie, met name de landen die worden blootgesteld aan een stijgende zeespiegel en de landen met een economie hoofdzakelijk gebaseerd op landbouw, is er echter een enorm groot verschil tussen een opwarming met 1,5°C en met 2°C. Voor hen is het een kwestie van overleven.
Genderrechtvaardigheid: een van de grote afwezigen
Het is van essentieel belang om gendergelijkheid op te nemen in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Enerzijds omdat vrouwen de meest directe gevolgen ondervinden van de opwarming van de aarde: volgens de VN zijn namelijk 80% van de ontheemden door klimaatverandering vrouwen. Anderzijds zijn het boerinnen die dagelijks instaan voor de toepassing van alle landbouwtechnieken (zoals agro-ecologie) die het IPCC voorstelt als alternatief voor de agro-industrie (verantwoordelijk voor 25% van de uitstoot van broeikasgassen). En dat vooral omdat vrouwen 70% van de beroepsbevolking in de landbouwsector uitmaken.
Desondanks werd gender slechts in de marge vernoemd tijdens de onderhandelingen in Sharm el-Sheikh. Een mislukking voor genderrechtvaardigheid in de klimaatonderhandelingen, volgens Alba Saray Pérez Terán, Climate Advocacy Officer bij Oxfam België: "De landen zijn er op het laatste moment, na veel spanningen, in geslaagd om het eens te worden over een herzien genderactieplan, maar het mist aan inhoud. Het gebrek aan ambitie op het gebied van feministische klimaatrechtvaardigheid tijdens de COP mag België echter niet tegenhouden. Het is belangrijk dat de inspanningen op nationaal niveau worden voortgezet.