Over een (kleine) overwinning in de strijd tegen oneerlijke handelspraktijken
Oxfam-Wereldwinkels ijvert mee voor een EU-aanpak van misbruiken in de voedingssector waar boeren het slachtoffer van zijn.
Stel. Je bent boer en de supermarkt die jouw producten opkoopt, dwingt je om akkoord te gaan met een prijs beneden de productieprijs. Bovendien eist de supermarkt dat je de onverkochte producten achteraf terugneemt of betaalt voor de vernietiging ervan. Of, je krijgt te horen dat jouw grootste afnemer een promotie lanceert op jouw product en dat jij daardoor minder betaald krijgt. Of een lading verse producten wordt teruggestuurd, officieel omdat ze niet aan een bepaald criteria voldoen, maar eigenlijk omdat er minder klanten dan verwacht opdaagden. Klagen doe je niet, want voor je het weet, beland jij op een zwarte lijst en kan je fluiten naar de bestellingen.
Oneerlijke handelspraktijken in de voedingssector
Wereldwijd overkomt dit de boeren die de Europese voedingssector bevoorraden. Oneerlijke handelspraktijken ofwel, volgens de EU, “praktijken tussen ondernemingen die afwijken van goed commercieel gedrag en in strijd zijn met de beginselen van goede trouw en eerlijkheid” zijn veelvoorkomend in de voedingssector. Volgens een brede rondvraag van de Europese Commissie in 2017 beschouwen sommige voedselleveranciers “het zelfs als standaardpraktijk”. De reden is duidelijk: te grote verschillen in onderhandelingsmacht tussen de verschillende actoren in onze voedingsketens.
Machtige spelers domineren de markt
De voorbije decennia zijn onze voedingsketens steeds mondialer geworden, terwijl de controle en coördinatie in de handen komt van een steeds kleine groep van opkopers, verwerkers en retailers. Veel kleinschalige landbouwproducenten zijn voor marktoegang en afzetmarkt afhankelijk van machtige spelers, en hebben te weinig macht om goede voorwaarden te onderhandelen. Omgekeerd zijn die spelers, met name de supermarkten, onderling verwikkeld in een prijzenoorlog, die ze ten koste van hun leveranciers proberen te winnen.
Resultaat? Een lange lijst van oneerlijke handelspraktijken. Enkele toppers: laattijdige betalingen, eenzijdige of retroactieve veranderingen aan contracten, laattijdige annulering van contracten, oneerlijk afschuiven van commerciële risico’s, transport- en bewaarkosten afwimpelen op de producenten, onvoorwaardelijke terugname van onverkochte goederen eisen, …
Wetgeving is nodig!
Oxfam International, de fairtradebeweging, andere ontwikkelingsorganisaties, boerenorganisaties en vakbonden trokken samen aan de alarmbel, in naam van boeren in Europe én daarbuiten. De sector zelf pakt het probleem niet effectief aan, dus is het nu aan beleidsmakers om met een antwoord te komen, vóór de Europese verkiezingen alle agenda’s domineren.
Kleine overwinning
De Europese Commissie heeft die stap gezet en lanceerde op donderdag 12 april een voorstel voor een richtlijn die bepaalde oneerlijke handelspraktijken verbiedt en de lidstaten oplegt om dat verbod af te dwingen en een klachtenmechanisme te voorzien waar boeren, anoniem, terecht kunnen.
Recent nog schreef Oxfam-Wereldwinkels, samen met onze collega’s van Oxfam-Solidariteit en Oxfam-Magasins du Monde, brieven aan de bevoegde Belgische ministers en Europese parlementsleden om steun te ronselen voor het toen nog officieuze voorstel. Dat het nu publiek gemaakt wordt en officieel aan de weg door de Europese besluitvorming kan beginnen, is goed nieuws.
Toch begint het werk nu pas. Het voorstel is een goede eerste stap maar heeft duidelijke tekortkomingen en machtige tegenstanders. Aan ons dus om dit hoog op de agenda’s te houden en het Europese Parlement en de Europese Raad te motiveren tot een verbetering én een snelle goedkeuring. Opdat de boeren die ons voedsel telen, binnen én buiten Europa, weerwerk kunnen bieden tegen oneerlijke handelspraktijken.