
INTERVIEW | De directeur van Oxfam in Congo slaat alarm: "We staan voor een grootschalige humanitaire ramp."
De humanitaire situatie in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC) is ronduit dramatisch. Meer dan 7 miljoen mensen zijn momenteel op de vlucht binnen het land. Dat is ongezien. Sinds 2021 is het conflict fel geëscaleerd. Het leger van de DRC (FARDC), gesteund door geallieerde gewapende groepen, vecht tegen de rebellen van de M23. Eind januari 2025 viel Goma, gevolgd door Bukavu in februari. Deze nieuwe escalatie leidde tot massale volksverhuizingen en een ernstige humanitaire crisis.
In die context spraken we met Manenji Mangundu, directeur van Oxfam in de DRC. Hij was in Brussel om deel te nemen aan het Europees Humanitair Forum en om te pleiten bij de Europese Unie en de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD). Zijn boodschap is alarmerend: massale ontheemding, moeilijke toegang tot hulp en een schrijnend gebrek aan financiering.
De DRC beleeft een ongeziene humanitaire crisis, vooral in het oosten. Hoe is de situatie ter plaatse?
De situatie is erg slecht, eerlijk gezegd. Sinds eind januari 2025 is het geweld opnieuw opgeflakkerd. Eerst viel Goma, daarna Bukavu. In de regio rond Goma zijn meer dan twee miljoen mensen getroffen.
De luchthavens van Goma en Bukavu zijn gesloten. Humanitaire opslagplaatsen zijn geplunderd. Vluchtelingenkampen zijn ontmanteld. Ondanks diplomatieke gesprekken onder leiding van onder meer de VS, Qatar, de EU en regionale organisaties zoals de SADC, blijven de gevechten doorgaan. Zelfs wanneer er een staakt-het-vuren wordt afgesproken, wordt dat vaak niet nageleefd. Sommige gewapende groepen trekken zich daar niets van aan. Afgelopen weekend vielen er nog tientallen doden.
Wat betekent dat voor de ontheemden?
Na de val van Goma moesten de mensen in de vluchtelingenkampen rondom de stad binnen 72 uur vertrekken. Zonder duidelijk alternatief, zonder aangepaste hulp. Dat heeft hun kwetsbaarheid alleen maar vergroot. In die kampen woonden zo’n 700.000 mensen. Velen moesten vertrekken zonder te weten waarheen, zonder begeleiding.
Duizenden mensen vluchten naar dorpen zoals Minova. Daar verblijven nu zo'n 80.000 mensen. In Sake zijn er ongeveer 60.000. Ze worden opgevangen door gastgezinnen, in zeer moeilijke omstandigheden.
Onze grootste uitdaging is om onze hulp aan te passen aan een steeds veranderende situatie, met minder middelen. We hadden waterpunten en toiletten geïnstalleerd in de kampen. Nu moeten we alles opnieuw opzetten, maar dan in dorpen.

Hoe pakt Oxfam dit logistiek aan?
In Minova bouwen we waterleidingsystemen. We vangen bronwater op en bouwen verdeelpunten. We doen ook geldtransfers. Maar de uitdagingen zijn enorm. Mensen worden meerdere keren verdreven. Ze verliezen alles, keren terug, vaak met andere gezinnen erbij.
Onze teams gaan actief op zoek naar ontheemden om te weten waar ze zijn. We werken samen met andere ngo’s en richten ons op plaatsen waar nog geen hulp is. Maar, zoals ik al zei: de noden nemen exponentieel toe.
Hoeveel mensen helpt Oxfam momenteel?
Op dit moment bereiken we zo’n 150.000 mensen. Voor de budgetverminderingen van USAID – die begonnen onder het Trump-bestuur – waren dat er 750.000. Vandaag, met een veel kleiner budget, dankzij steun van de EU (ECHO), de DGD en giften aan Oxfam, doen we wat we kunnen.
We delen drinkwater uit, bouwen sanitaire voorzieningen en ondersteunen gastgemeenschappen bij het opvangen van vluchtelingen. Onze teams werken in afgelegen gebieden, soms met de motor of te voet, om mensen te bereiken die door de grote hulporganisaties vergeten zijn. Zelfs na de val van Goma zijn we blijven helpen. Vroeger bereikten we 400.000 van de 700.000 vluchtelingen in die regio.
Naast noodhulp zetten we ook in op herstelprojecten in minder getroffen gebieden. Van voedselzekerheid via landbouw tot bescherming tegen seksueel geweld. We combineren altijd acute hulp met een langetermijnvisie.
Welke impact hadden de besparingen van USAID op jullie werk?
USAID financierde noodhulp zoals toegang tot water, bescherming en hygiëne. Mobiele teams werkten in drie provincies: Noord-Kivu, Zuid-Kivu en Ituri. We moesten een groot deel van die activiteiten stopzetten. De getroffen gemeenschappen blijven achter met niets. We zoeken dringend manieren om dat verlies te compenseren.
Welke rol speelt de Belgische Ontwikkelingssamenwerking vandaag?
België is nog steeds een belangrijke partner. Dankzij het programma van de DGD bereiken we 34.750 mensen in gebieden als Beni, Lubero en Mahagi. De focus ligt op voedselzekerheid, economische kansen, toegang tot water, sanitaire voorzieningen en bescherming. Dankzij die middelen konden we ook een noodrespons activeren in Beni.
Hebt u Belgische beleidsmakers ontmoet?
Ja, we spraken met minister Prévost. Hij bevestigde dat Congo een prioriteit blijft, ondanks de budgettaire beperkingen. Dat is essentieel. Want heel wat westerse landen, ook België, verlagen hun budgetten voor ontwikkelingssamenwerking.
Hoe gaat het met uw collega’s en lokale partners?
Het is erg zwaar. Veel collega’s en partnerorganisaties werken al jaren in conflictgebieden. Wat zij vooral vragen, is vrede. Ze willen bij de mensen blijven die ze helpen.

Manenji Mangundu, directeur van Oxfam in Congo
Een rechtvaardige en duurzame vrede moet inclusief zijn. De hele samenleving moet betrokken worden, vooral vrouwen. Alleen dan kunnen gemeenschappen in hun dorpen blijven, zonder geweld.
Wat betekent een rechtvaardige vrede voor Congo?
Een rechtvaardige en duurzame vrede moet inclusief zijn. De hele samenleving moet betrokken worden, vooral vrouwen. Alleen dan kunnen gemeenschappen in hun dorpen blijven, zonder geweld. Dan kunnen ze hun akkers bewerken, naar de markt gaan, en toegang krijgen tot basisdiensten zoals gezondheidszorg en onderwijs.
Vrede betekent ook dat families hun kinderen kunnen laten opgroeien in veiligheid. En dat de autoriteiten een politieke en blijvende oplossing vinden voor dit al 30 jaar aanslepende conflict.
Wat is de kern van uw pleidooi?
We pleiten voor echte vrede. Alle buitenlandse militaire actoren moeten Congo verlaten. Er is dringend nood aan voldoende humanitaire financiering. Zonder dat is duurzame ontwikkeling onmogelijk.
De groene transitie van het Westen mag niet ten koste gaan van Congolese gemeenschappen, die de gevolgen dragen zonder de voordelen te zien.
Er is veel te doen rond de rol van mineralen in dit conflict. Wat vindt u van het Europese discours?
Ik heb niet de indruk dat er echt wil is om in te grijpen. Ook in de VS hoor je mooie woorden, zoals “minerals for peace” – een vage belofte van samenwerking in ruil voor veiligheid. De EU zegt verandering te willen, maar de daden blijven uit. Het Europees Parlement heeft erover gedebatteerd, maar mensenrechtenschendingen blijven doorgaan.
Welke rol speelt MONUSCO vandaag?
Waar MONUSCO (de stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Congo) aanwezig is, is er meer bescherming voor burgers. Maar de missie is te klein. We moeten haar aanwezigheid en mandaat herbekijken. Door de terugtrekking vallen nu hele regio’s zonder bescherming.
Tot slot, een laatste boodschap?
De Belgische bevolking moet weten dat 7,8 miljoen mensen op de vlucht zijn in Oost-Congo. Er moet dringend actie komen. Spreek uw verkozenen aan. Vraag om meer steun voor Congo. Help ons het financieringsverlies op te vangen en steun de weg naar echte vrede.
De mensen hebben recht op water, gezondheidszorg, onderwijs. Het zijn fundamentele mensenrechten.
Interview afgenomen in mei 2025, tijdens een bezoek van de directeur van Oxfam DRC in Brussel.

Hoe jij kunt helpen
Doe een gift aan het noodfonds van Oxfam België. Jouw steun is van levensbelang om te kunnen inspelen op de groeiende noden van de bevolking.