Gender en voedselsystemen

Wereldwijd nemen vrouwen 43% van de voedselproductie voor hun rekening. Net als in andere delen van de samenleving, worden vrouwen in de landbouwsector gediscrimineerd. Ze hebben moeilijker toegang tot land, krediet en machtsposities. Tegelijk zijn boerinnen onmisbaar, ze zijn motoren van verandering. Hun rol in eerlijke en duurzame voedselsystemen wordt alsmaar groter. Oxfam België pakt daarom de oorzaken van onrechtvaardigheden aan: op politiek niveau via beleidsbeïnvloeding, hands on via deelname aan verschillende landbouwprojecten rond  voedselzekerheid van vrouwen. We voegen ook de daad bij het woord en promoten een alternatief landbouwmodel via eerlijke handel. 

1. Genderongelijkheid in de voedselsystemen 

8%

8% van het Europese budget voor internationale solidariteit gaat naar projecten met een primaire focus op gendergelijkheid.

15%

15% van de landeigenaren wereldwijd is een vrouw.

52

Van de 164 landen die het recht van vrouwen erkennen om land te bezitten, te gebruiken en erover te beslissen zijn er slechts 52 landen die dit recht erkennen, respecteren en vervullen.

Wettelijke en sociale structuren overal ter wereld marginaliseren en verhinderen dat boerinnen als dusdanig worden erkend, waardoor het voor hen vrijwel onmogelijk is om toegang te krijgen tot geïnstitutionaliseerde regelingen, subsidies, kredieten en vele andere diensten. (Ook voor kleinschalige boeren in het globale Zuiden is dit beperkt). Bovendien erkennen bestaande structuren het immense onbetaalde werk en de zorg die vrouwen leveren niet.

 

1.1 Zorgtaken en de symbolische waarde van het werk 

29%

In Frankrijk verdienen boerinnen 29% minder dan hun mannelijke collega's.

90%

In Wallonië beschouwt 90% van de boerinnen het als hun taak om het meeste huishoudelijk werk te doen (koken, was, schoonmaken, boodschappen, etc.).

91%

In 91% van de Waalse boerderijen bedienen de mannen de landbouwmachines

Veel landbouwbedrijven volgen nog steeds traditionele genderrolverdeling. In België en Europa, zijn boerinnen nog altijd in grote mate verantwoordelijk voor het melken, de administratie en de verzorging van de kalveren. Overal draaien boerinnen dubbele (of zelfs driedubbele) shifts om voor het zorgwerk en de kinderen te zorgen. Mannen daarentegen zijn meestal verantwoordelijk voor werk met een hoge symbolische waarde, zoals werk op het veld of met de kudde, dat gepaard gaat met een hoge sociale erkenning en hogere inkomens.  

Hoe het huishouden en het professionele leven in de landbouwbedrijven verweven zijn met elkaar heeft een aanzienlijke impact op de verdeling van huishoudelijke taken. Binnen familiale landbouwbedrijven is de verdeling van huishoudelijke taken ongelijker dan in de rest van de samenleving. Dit komt doordat huishoudelijke en professionele activiteiten vaak met elkaar vermengd zijn. Veel boerinnen zijn hierdoor zwaar vermoeid. Het is ook moeilijker om te onderscheiden wat er precies valt onder werk of onder persoonlijke activiteit. Dit maakt het lastig om een eerlijke vergoeding te krijgen voor het uitgevoerde werk.

1.2 Genderongelijkheid in de landbouw in België 

15,1%

Vrouwen bezitten 15,1% van de landbouwgrond in België, wat zes keer minder is dan mannen.

30%

In België maken vrouwen 30% uit van de totale reguliere landbouwarbeidskracht.

15%

15% van de landbouwbedrijven wordt geleid door vrouwen.

82%

82% van de meewerkende echtgenoten op landbouwbedrijven zijn vrouwen.

De situatie van Waalse boerinnen 

Ondanks de historische strijd van Waalse boerinnen voor de erkenning van hun rechten, blijven genderongelijkheden in de Waalse landbouwsector bestaan. Discussies over de situatie lopen moeizaam op de boerderijen; privé- en werkterreinen zijn er vaak nauw verweven. Bovendien is er weinig onderzoek naar dit onderwerp en ontbreken statistische gegevens.

De landbouw staat voor tal van uitdagingen (nieuwe generaties dienen zich aan, de klimaatverandering, prijsinstabiliteit, verdeling van marges, toegang tot land, enz.), en genderongelijkheden verergeren deze problemen. Het is daarom essentieel om de genderdimensie op te nemen in het beleid. Dit zal geen tijd kosten, maar net winnen. 

Ontdek ons rapport Défricher le genre dans l’agriculture wallonne

1.3 Gender en voedselzekerheid tijdens crises 

Het aantal mensen wereldwijd dat in voedselonzekerheid leeft, is sinds 2014 gestegen en bereikte 821 miljoen in 2017. Vrouwen in landelijke gebieden behoren tot de meest getroffen groepen.

Vrouwen worden onevenredig hard getroffen door de gevolgen van voedselonzekerheid. Voedselzekerheid wordt door de Wereldbank gedefinieerd als “toegang voor alle mensen op elk moment tot voldoende voedsel om een ​​actief en gezond leven te leiden.

Toch wordt de relatie tussen gendergelijkheid en voedselzekerheid vaak genegeerd en wordt er weinig onderzoek naar gedaan. Bij Oxfam staan die twee kwesties ​​centraal in haar strijd. Zo hebben we een rapport gepubliceerd met de titel “Nourishing Equality” uit het programma “Combatting Food Insecurity in Six Crisis Contexts”. Dat richt zich op Mali, Burkina Faso, Soedan, Oeganda, Syrië en Kenia. 

Om op de vraag "Waarom hebben vrouwen meer te lijden van voedselonzekerheid?" te antwoorden, geven we hier de conclusies uit Zuid-Soedan. 

  •     Culturele normen en voedselprioriteiten: culturele normen geven vaak prioriteit aan de voedingsbehoeften van mannen, waardoor vrouwen en meisjes minder maaltijden krijgen en een minder gevarieerd dieet hebben.
  •    Beheersing van middelen: mannen controleren vaak het inkomen en de voedselvoorraden van het gezin, wat de toegang van vrouwen tot voedsel beperkt.
  •    Culturele beperkingen: specifieke culturele restricties beperken de toegang van vrouwen en meisjes tot bepaalde voedingsmiddelen.
  •    Mogelijkheid om in hun eigen onderhoud te voorzien: vrouwen hebben beperkte toegang tot markten met een hoge meerwaarde en moeten de toestemming van mannen in hun huishouden vragen om deel te nemen aan programma’s van “geld voor werk”.
  •    Economische obstakels: vrouwen hebben eerder beperkte bestaansmiddelen en stuiten op economische obstakels die hen verhinderen financieel onafhankelijk te worden. 

    Ik ontdek het rapport Nourishing equality

campaign "N'exportons pas nos problèmes" Brussels female farmer signing a statement

2. Vrouwen als leiders in alternatieve voedselsystemen  

Ondanks deze diepgewortelde ongelijkheden in mondiale voedselsystemen zijn rurale vrouwen en landarbeidsters ook de voornaamste drijvende krachten achter verandering. Studies tonen aan dat rurale vrouwen actief en dominant zijn in alternatieve voedselsystemen. Investeren in vrouwen garandeert de levering van gezond en duurzaam voedsel. Naast de stereotypen van "kwetsbare" mensen of "belanghebbenden" die geraadpleegd moeten worden, zijn boerinnen, net als andere landarbeiders, actieve spelers met kennis en rechten bij het opbouwen van rechtvaardige en duurzame voedselsystemen.

2.1 Agro-ecologie inzetten tegen de genderongelijkheden 

46%

In Frankrijk zijn vrouwen oververtegenwoordigd in biologische landbouwbedrijven: ze vertegenwoordigen 46% van de bedrijfsleiders in biologische landbouwbedrijven, tegenover slechts 27% in andere landbouwbedrijven.

22%

In België beheren vrouwen in Wallonië 22% van de SAU (oppervlakte van gebruikte landbouwgrond) in de biologische landbouw (tegenover 12% van de totale SAU). Hun aanwezigheid is dus sterker in dit productiemodel.

Agro-ecologie is zowel een wetenschap als een sociale beweging en een reeks (landbouw)praktijken, gericht op voedselzekerheid en duurzame productie. In de praktijk richt agro-ecologie zich actief op het beschermen van de biodiversiteit, het behoud van ecosystemen en het respecteren van de mens. Voedsel wordt verbouwd met respect voor onze gezondheid en die van de grond. Het hoofddoel van agro-ecologie is de lokale bevolking voeden en ervoor zorgen dat boer.inn.en een eerlijk inkomen ontvangen.

Agro-ecologie is ook een reactie op een koloniaal en patriarchaal voedselsysteem. Het agro-ecologische beweging bevordert de inclusie en empowerment van vrouwen, jongeren, inheemse volkeren en gemarginaliseerde groepen in het voedselsysteem. Bovendien erkent het systeem hun kennis en rechten en past die ook toe

2.2 Eerlijke handel voor gendergelijkheid

Eerlijke handel toont dat het anders kan. Het biedt een alternatief voor de onrechtvaardigheden van de traditionele handel, waaronder genderongelijkheden. Eerlijke handel richt zich specifiek op de uitdagingen voor vrouwen, zoals lagere lonen, beperkte toegang tot krediet of land. Enkele voorbeelden:

  • In Ivoorkust bieden de Associations Villageoises d’Épargne et de Crédit (AVEC), opgezet binnen het project Bite to fight, vrouwen een betere financiële autonomie. Deze kredietfondsen, opgericht door en voor vrouwen, stellen hen in staat om zelfstandig te lenen en in hun landbouwprojecten  te investeren.
  • In Kivu ondersteunt de stichting Rebuild Women's Hope, die voor 70% uit vrouwen bestaat, de socio-economische ontwikkeling van vrouwen. De coöperatie richt zich ook op het diversifiëren van vaardigheden door het aanbieden van trainingen en organiseert campagnes over gendergelijkheid.
  • De Palestijnse coöperatie Al Maktoz, producent van maftoulcouscous, verbetert de economische situatie van vrouwen en bevordert hun integratie in de samenleving.

Financiële empowerment van vrouwen draagt sterk bij aan een betere economische gezondheid voor de hele samenleving. De principes van eerlijke handel en gendergelijkheid versterken elkaar, en vloeien samen tot een handelsmodel dat gelijk, duurzaam en rechtvaardig is voor iedereen. 

3. Hoe de politiek de genderongelijkheid in de voedselsystemen kan aanpakken

3.1 Hypocriet landbouwbeleid

Overal ter wereld wordt het landbouwbeleid beheerst door economische belangen die geen rekening houden met de natuur noch het sociaal weefsel van gemeenschappen die voedsel produceren.  

Binnen het Belgische beleid is er een niet te onderschatten tegenstrijdigheid. Men hecht in het internationale samenwerkingsbeleid heel wat aandacht aan empowerment van boerinnen in het globale zuiden. Rurale vrouwen zouden immers een onderbenutte arbeidskracht vertegenwoordigen om de landbouwproductie te verhogen. In het Belgische landbouwbeleid daarentegen, worden (bijna) geen tot amper genderbewuste maatregelen genomen. De weinige maatregelen die wel genomen worden beperken zich tot het steunen van diverse inkomens op de boerderij, goede praktijken verspreiden, getuigenissen van inspirerende boerinnen in de verf zetten. Het bevorderen van de rechten van Belgische boerinnen lijkt dus geen prioriteit te zijn (misschien omdat het de neoliberale agenda van economische groei niet dient?), en men mikt op rurale vrouwen in het globale zuiden om de productie te verhogen via industriële voedselketens. In beide gevallen worden weinig maatregelen genomen om de oorzaken van de ongelijkheid aan te pakken. We zien een hypocriet discours dat niet gebaseerd is op de wens om de rechten van vrouwen te bevorderen, maar op een winst gedreven logica.  

Oxfam gebruikt een gendermarker in haar analyses  

In een poging om deze ongelijkheden weg te werken, analyseert Oxfam België het Europese landbouw- en internationale samenwerkingsbeleid om duidelijkheid te scheppen over hoe de steunmaatregelen al dan niet seksistisch zijn. Oxfam maakt ook gebruik van de ervaring van innovatieve boerinnen en baseert zich op hun realiteit om een coherente analyse te garanderen. Ten slotte houdt Oxfam rekening met andere vormen van onderdrukking en hanteert zij een intersectionele aanpak om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van vrouwen.

3.2 Onze aanbevelingen om gender beter te integreren in het Belgische landbouwbeleid

  •    Maak werk van een verbeterde representativiteit door te streven naar pariteit in landbouworganisaties, besluitvormingsorganen en het ministerie, o.a. op basis van quota in de raden van bestuur en directiecomités van grote ondernemingen.

     

  •    Maak werk van een verbeterde toegang tot gegevens om gendergelijkheid in het landbouwbeleid te beoordelen door de dienst Landbouwstatistieken te vragen om meer gender-gedesagregeerde data te voorzien over onderwerpen die de ontwikkeling van de landbouwwereld opvolgen: aard en omvang van de landbouwbedrijven per productie en per regio; vestigingssteun en andere landbouwsteun; inkomen; schulden; pensionering, enz. Bovendien moeten diepgaande genderanalyses worden gemaakt van de toewijzing van overheidssteun op het gebied van landbouw.

 

  • Maak werk van een gender-sensitieve generatievernieuwing. Bij de aanpak van de generatievernieuwing moet rekening worden gehouden met de diversiteit van de potentiële overnemers. Door bestaande landbouwstructuren te ondersteunen en de nadruk te leggen op exclusieve eigenaren, versterken de EU-subsidies de enorme disbalans tussen mannen en vrouwen en het gebrek aan diversiteit onder landeigenaren in Europa. Nieuwkomers in de sector, vrouwen en arbeidsmigranten moeten in aanmerking komen om landbouwbedrijven over te nemen. Nieuwkomers- ongeacht hun leeftijd - zijn doorgaans innovatiever dan gevestigde landbouwers of hun opvolgers, terwijl uit academische literatuur is gebleken dat vrouwen anders innoveren dan mannen. Voorts mag het beleid zich niet beperken tot familiebedrijven van heteronormatieve en patriarchale organisatie en moet het ook andere organisatievormen zoals collectieve landbouwbedrijven of coöperaties in overweging nemen.

 

  •    Maak werk van de ongelijke verdeling van productieve en reproductieve taken binnen landbouwbedrijven. Verhelp dat vrouwen beperkt worden tot niet-agrarische of diversificatieactiviteiten. Daartoe kunnen verschillende maatregelen worden getroffen.

• De beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van zorgdiensten voor kinderen, ouderen en personen met een beperking verbeteren door grootschalige investeringen in de zorgsector aan te moedigen (zonder de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van zorgdiensten te versterken).

• Van jongs af aan de instrumenten aanreiken om seksistische gendernormen te bestrijden en alternatieve verhalen voor te stellen die zowel “vrouwelijke” als “mannelijke” kwaliteiten waarderen.

• Een studie maken om de omvang van de bijdrage van onbetaald werk in de landbouwsector te meten.

  •    Maak werk van verbeterde arbeidsomstandigheden, lonen en sociale rechten voor seizoenarbeiders in de land- en tuinbouw, met bijzondere aandacht voor vrouwen. Vrouwelijke arbeidsmigranten hebben het namelijk slechter dan mannen. Uit een rapport voor de Europese Commissie dat ingaat op de arbeid van migrantenvrouwen op landbouwbedrijven in de EU (Palumbo en Scriuba, 2018) bleek dat zij bijzonder kwetsbaar zijn voor uitbuiting, waaronder mensenhandel en seksueel geweld.

Momenteel ontbreken vrouwen in het landbouwbeleid, terwijl met hun collega’s in het Globale Zuiden wel rekening wordt gehouden in de uitwerking van het ontwikkelingssbeleid. Het ontwikkelingsbeleid gaat bovendien rurale vrouwen uit het Globale Zuiden al te vaak beschouwen als inzetbare krachten in exportgerichte ketens24. Er moet worden gezorgd voor samenhang tussen regionaal en internationaal beleid door rekening te houden met alle vrouwen en gemarginaliseerde groepen -zonder hen te instrumentaliseren- en door rekening te houden met de causale verbanden tussen de landbouwsystemen van verschillende continenten. 

Ontdek onze aanbevelingen

Hypocriet landbouwbeleid

Overal ter wereld wordt het landbouwbeleid beheerst door economische belangen die geen rekening houden met de natuur noch het sociaal weefsel van gemeenschappen die voedsel produceren.  

Binnen het Belgische beleid is er een niet te onderschatten tegenstrijdigheid. Men hecht in het internationale samenwerkingsbeleid heel wat aandacht aan empowerment van boerinnen in het globale zuiden. Rurale vrouwen zouden immers een onderbenutte arbeidskracht vertegenwoordigen om de landbouwproductie te verhogen. In het Belgische landbouwbeleid daarentegen, worden (bijna) geen tot amper genderbewuste maatregelen genomen. De weinige maatregelen die wel genomen worden beperken zich tot het steunen van diverse inkomens op de boerderij, goede praktijken verspreiden, getuigenissen van inspirerende boerinnen in de verf zetten. Het bevorderen van de rechten van Belgische boerinnen lijkt dus geen prioriteit te zijn (misschien omdat het de neoliberale agenda van economische groei niet dient?), en men mikt op rurale vrouwen in het globale zuiden om de productie te verhogen via industriële voedselketens.  In beide gevallen worden weinig maatregelen genomen om de oorzaken van de ongelijkheid aan te pakken. We zien een hypocriet discours dat niet gebaseerd is op de wens om de rechten van vrouwen te bevorderen, maar op een winst gedreven logica.  

Zorgtaken en de symbolische waarde van het werk

Veel landbouwbedrijven volgen nog steeds traditionele genderrolverdeling. In België en Europa, zijn boerinnen nog altijd in grote mate verantwoordelijk voor het melken, de administratie en de verzorging van de kalveren. Overal draaien boerinnen dubbele (of zelfs driedubbele) shifts om voor het zorgwerk en de kinderen te zorgen. Mannen daarentegen zijn meestal verantwoordelijk voor werk met een hoge symbolische waarde, zoals werk op het veld of met de kudde, dat gepaard gaat met een hoge sociale erkenning en hogere inkomens.  

In België is de landbouw in onze collectieve verbeelding nog steeds een mannelijk beroep. Hoewel vrouwen 30% van het landbouwpersoneel vertegenwoordigen.

Oxfam past in haar analyses een gendermarker toe

In een poging om deze ongelijkheden weg te werken, analyseert Oxfam België het Europese landbouw- en internationale samenwerkingsbeleid om duidelijkheid te scheppen over hoe de steunmaatregelen al dan niet seksistisch zijn. Oxfam maakt ook gebruik van de ervaring van innovatieve boerinnen en baseert zich op hun realiteit om een coherente analyse te garanderen. Ten slotte houdt Oxfam rekening met andere vormen van onderdrukking en hanteert zij een intersectionele aanpak om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van vrouwen.

Rechts