Nieuws6 oktober 2025

Fatem Hassouna, het eeuwige icoon van het Palestijnse verzet

Sepideh Farsi maakte een document dat de geschiedenis ingaat. Haar film Put your soul on your hand and walk is een schreeuw om vrijheid, een daad van verzet en een onweerlegbaar getuigenis van de lopende genocide in Gaza. Deze documentaire ontstond uit een ontmoeting tussen de Iraanse cineaste in ballingschap in Frankrijk en Fatem Hassouna, een 25-jarige Palestijnse fotografe die in Gaza bleef om de oorlog vast te leggen. Samen filmden Sepideh en Fatem – beiden actrices en auteurs van deze film – het leven te midden van oorlog. Dit juweeltje, dat je absoluut niet mag missen en waarvan Oxfam partner is, is momenteel te zien in Belgische bioscopen. 

Uw ontmoeting met Fatem Hassouna kwam min of meer toevallig tot stand. Hoe is dat precies gegaan? 

Een toeval, zoals zovele toevalligheden in cinema en het leven. Ik was op tournee met mijn laatste film La Sirène toen 7 oktober plaatsvond. Al snel besefte ik dat dit niet was zoals andere keren. De vergeldingsacties van Israël waren apocalyptisch. Wat me onmiddellijk trof, was het ontbreken van de Palestijnse stem in de media. Er werd gesproken over Gaza, maar nooit over de Palestijnen. Ik, als Iraanse, ken die onteigening. Zelfs wanneer ik zelf op televisie ben, praten experts over Iraniërs alsof we onder voogdij staan. 

Ik wilde begrijpen hoe Palestijnen de oorlog in Gaza beleefden, verder gaan dan de dodentellingen in het journaal en vooral voorbij hun ontmenselijking. In april 2024 kwam ik aan in Caïro. 

Ik begon toen te filmen met Palestijnen die recent uit Gaza waren gekomen, onder hen twee broers en een zus. Toen ze merkten dat ik probeerde contact te leggen met mensen in Gaza, vertelden ze me over een vriendin: een briljante fotografe die nog in het noorden zat. Ze stelden voor om haar online te ontmoeten. 

Ik dacht: waarom niet? Misschien kon ze voor mij filmen en kon ik haar begeleiden. Maar ik had toen nog niet het idee om haar zelf te filmen. Vanaf onze eerste connectie liet ik mijn camera al meelopen, zonder te weten waar het toe zou leiden. Maar het werd al snel duidelijk: ze had zo’n krachtige aanwezigheid, zo’n intensiteit, dat ze het hart van de film werd. De ontmoeting met Fatem was onmiddellijk betekenisvol. 

Hoe keek Fatem zelf naar haar werk als fotografe? 

Voor haar was haar rol als fotojournalist essentieel. Ze zei: “Als wij nu niet vastleggen wat er gebeurt, wanneer dan wel?” Ze beschouwde haar camera als een wapen, een instrument van herinnering en rechtvaardigheid. 

Toen in Gaza officieel sprake was van hongersnood, vertelde ze over de honger, over het gebrek aan alles, over de nachten waarin ze droomde van een stukje chocolade of een stukje kip. Haar getuigenis is een historisch document over de genocide op de Palestijnen in de Gazastrook. 

De verbinding met Fatem was fragiel, vaak onderbroken. Elk telefoontje was een klein wonder. Hoe was het om met een telefoon te filmen? 

Ik had al ervaring met filmen met een telefoon. In 2009 maakte ik Teheran zonder toestemming, volledig met een gsm opgenomen, om censuur te vermijden. Ik filmde ook Harot, een roadmovie over mijn Afghaanse grootvader, deels met een telefoon. Dat lichte, geïmproviseerde filmen ken ik dus goed. 

Voor deze film had ik best een professionele camera kunnen gebruiken, maar het leek me eerlijker om trouw te blijven aan de omstandigheden van de verbinding. Dat paste ook bij de realiteit van Gaza: oorlogsbeelden in lage resolutie, zoals die op sociale media verschijnen. En dat is geen toeval: Israël heeft na 7 oktober bewust het mobiele netwerk verzwakt van 3G naar 2G, waardoor het delen van beelden haast onmogelijk werd. 

Filmen met een telefoon was dus ook een manier om trouw te blijven aan die werkelijkheid: die van een volk dat zelfs digitaal wordt uitgewist. 

De dag voor haar dood vernam Fatem dat de film geselecteerd was voor Cannes. Hoe reageerde ze? 

Ze sprong letterlijk van vreugde. Het was een hoopvol vooruitzicht: na meer dan een jaar samenwerken op afstand zouden we elkaar eindelijk ontmoeten, als ze een visum kreeg. Ze wilde absoluut mee naar Cannes, ze wilde de film verdedigen, er deel van uitmaken. Het was een moment van hoop, een gezamenlijk project dat vorm kreeg… net voor alles instortte. 

Het onderzoekscentrum Forensic Architecture onderzocht het bombardement op het appartement van de familie Hassouna. Bevestigden zij dat het om een gerichte aanval ging? 

Ja, hun onderzoek concludeerde zonder enige twijfel dat het om een gerichte moord ging, van Fatem en haar familie. De satellietbeelden, van vóór en na de aanval, gaven weinig uitsluitsel. Maar dankzij een lokaal team dat het interieur kon filmen, kon Forensic Architecture de plek veel preciezer analyseren. 

Van binnenuit zijn de inslagen zichtbaar. Hun ballistische analyse is duidelijk: een drone heeft twee raketten afgevuurd met chirurgische precisie. Het gebouw telt vijf verdiepingen, maar alleen de tweede werd getroffen. De andere bleven intact. De raketten doorboorden drie verdiepingen om exact daar te ontploffen waar Fatem zich bevond. 

Uit hun analyse blijkt dat het gebruikte systeem een zekering activeert bij de eerste inslag, waarna een timer geprogrammeerd wordt om op een specifiek verdiep te ontploffen. Het gaat om een gesofisticeerde technologie, ontworpen om een exact doelwit te raken. En dat doelwit was Fatem. 

Waarom, denkt u? 

Ik weet niet of het Israëlische leger wist dat wij bezig waren met een film. Misschien weten we dat ooit, als er archieven openbaar worden. Maar ik betwijfel het. Wat wel zeker is: Israël viseert journalisten. Er wordt gesproken over meer dan 200 vermoorde Palestijnse journalisten. Dat cijfer wordt al maanden genoemd, maar in werkelijkheid ligt het waarschijnlijk veel hoger.  

Je mag geen ongewapende mensen doden omdat ze een camera of een fototoestel dragen. Daarover bestaat voor mij geen twijfel. Fatem had twee interviews gegeven aan Al Jazeera waarin ze heel duidelijk sprak over haar werk: het documenteren van de lopende genocide. Ze was officieel niet verbonden aan een persagentschap, maar ze was de ogen van Gaza. En ik denk dat die zichtbaarheid haar tot een doelwit maakte voor Israël, dat haar het zwijgen wilde opleggen.

Sepideh Farsi, regisseur van Put your soul on your hand.nd and walk

Fatem had twee interviews gegeven aan Al Jazeera waarin ze heel duidelijk sprak over haar werk: het documenteren van de lopende genocide. Ze was de ogen van Gaza. En ik denk dat die zichtbaarheid haar tot een doelwit maakte voor Israël, dat haar het zwijgen wilde opleggen. 

U stond een jaar lang in intens contact met Fatem, terwijl u wist dat haar leven elke dag kon eindigen. Hoe ging u om met die constante onzekerheid? 

Het was dagelijkse angst. Elke ochtend was het eerste wat ik deed, kijken of de vinkjes op WhatsApp blauw waren. Als dat zo was, wist ik dat ze nog leefde. Maar ik wist nooit of dat de volgende dag ook nog zo zou zijn. 

Dat jaar betekende een dubbelleven. Mijn naasten wisten het, maar de rest van mijn omgeving wist niet dat ik aan deze documentaire werkte. Fatem was mijn leven binnengekomen. Ze was er altijd. En ik stond altijd klaar om te draaien. Telkens wanneer het kon, spraken we. 

Uw film wisselt beelden van oorlog, krantenfragmenten en kille cijfers af… maar centraal staat haar glimlach. Als filmen haar missie was, dan lijkt haar glimlach het symbool van onwankelbaar verzet. 

Fatem zei: “Ze kunnen ons bombarderen, maar we blijven glimlachen.” Die glimlach opent de film en doordringt het hele verhaal. Hij verandert: eerst is het een glimlach van verzet, daarna van blijdschap wanneer we elkaar terugzien, en later – wanneer de hongersnood heerst – een vermoeide, melancholische glimlach, bijna afwezig. Maar hij blijft. 
  
“My Gaza needs me,” zei ze vastberaden. Op haar negende werd ze voor het eerst met oorlog geconfronteerd. Zoals veel jonge Palestijnen kende ze niets anders. Ze sprak soms over ballingschap, maar wilde Palestina niet verlaten. Ze had zichzelf een opdracht gegeven: deel uitmaken van deze geschiedenis, het vertellen, en overleven om haar kinderen te kunnen doorgeven wat zij had meegemaakt. 

Er is een sterke band voelbaar tussen jullie. 

Als ik heb kunnen optekenen wat ze me toevertrouwde, is dat omdat er een diepe vertrouwensband tussen ons groeide. Die verzin je niet – die bestaat, of die bestaat niet. Ik kan trouwens niemand filmen op wie ik niet gesteld ben (lacht). En ik denk dat het feit dat ik een telefoon filmde met een andere telefoon – zonder opdringerige camera – die intimiteit mogelijk maakte. Dat was precies wat ik wilde doen: humaniseren. Fatem is geen cijfer in het journaal. Ze is een stem, een aanwezigheid, een licht. En dat mens-zijn, dat Palestijnen in het Westen zo vaak wordt ontzegd, wilde ik via haar teruggeven. 

Fatem wist dat ze haar leven riskeerde. Hoe ging ze om met dat besef van gevaar? 

Ze was zich daar volledig van bewust. Ze had al verschillende familieleden verloren, op gruwelijke wijze. Ze had zelfs een soort testament nagelaten aan Al Jazeera: “Als ik sterf, wil ik dat het een luide dood is. Ik wil geen kort nieuwsbericht zijn.” Ze dacht al aan de dood vóór ze op 16 april door het Israëlische leger werd vermoord. 

Ze sprak er soms over… Ik herinner me een bericht dat ze me stuurde na de dood van haar vriendin Mahasen Al-Khatib, een Palestijnse artieste. Ik was in Athene toen het gebeurde. Ze schreef me: “Voor het eerst ben ik bang. Het zou mij ook kunnen overkomen.” 

Fatem bleef hoopvol. Deelt u vandaag iets van haar optimisme? 

Dat hangt van het moment af. Toen de film af was, was ik naïef optimistisch. Ik geloofde dat we haar uit Gaza konden halen, dat we samen naar Cannes zouden gaan. Het visum was in orde, maar aan Israëlische kant was niets gegarandeerd. 

In december, tijdens het staakt-het-vuren, was zij vol hoop. Ik veel minder. Maar ik wilde mijn pessimisme niet op haar overdragen. Ze zei vaak: “Aan alles komt een einde.” Dat was trouwens het laatste wat ze me zei: “Deze oorlog zal eindigen en ik zal mijn leven hervatten.” Maar het Israëlische leger heeft haar dat leven ontnomen. 

Dus ja, geen oorlog is eeuwig. Maar de echte vraag is: hoe zal deze eindigen? Wat gebeurt er met Gaza? Israël spreekt over het verplaatsen van de hele bevolking naar kampen, of erger nog: over verdrijving zonder terugkeer – een nieuwe Nakba. 

Wat ik wél zeker weet, is dat Israël zich op een dag zal moeten verantwoorden. En dat de Palestijnen zullen blijven vechten.  

Gelooft u daar echt in? 

Oh ja, daar geloof ik in. Ook voor Iran. We wachten al 46 jaar op gerechtigheid, en misschien maak ik het niet mee, maar ik geloof er nog altijd in. 

Dat verbond mij met Fatem: dat geloof in strijd, ondanks de jaren, ondanks het verlies. Zij sprak over Gaza, ik over Iran. Onze levens werden getekend door oorlog, ballingschap en verzet. En dat bracht ons dichter bij elkaar. 

U zegt dat Fatem een uitzonderlijk oog had. Haar werk is nu te zien in Cinema Galeries. Wat kunt u daarover zeggen? 

Ja, ze had een ongelooflijke blik. En een bijzondere tederheid voor kinderen, die vaak op haar foto’s verschijnen. Ze werkte met kinderen met posttraumatische symptomen. Ze organiseerde schrijfworkshops waarin ze hun woorden optekende en nadien verwerkte. Ze zei vaak dat ze dit alles wilde doorgeven aan haar eigen kinderen. 

Ze stuurde honderden foto’s, zodat haar tentoonstelling kon reizen. En vandaag is ze er helaas niet meer om die zelf te zien. Maar haar blik, haar inzet en haar gevoeligheid leven voort in deze beelden. 

Als u terugkijkt: wat betekent deze documentaire voor u? 

Misschien verandert deze film niets aan het politieke geheel, maar hij creëert een ruimte voor dialoog. Je komt er niet onberoerd uit, na twee uur met Fatem. Het vergt veel om de lijnen te verleggen, en denken dat een film de wereld verandert is misschien arrogant. Maar soms – met de nodige bescheidenheid – kan een film een klein verschil maken. Elke dag een beetje. 

Het is lang geleden dat cinema zich zo fundamenteel de vraag stelde: hoe verzetten we ons, hoe spreken we ons uit? Ik ben blij dat ik daar mijn steentje aan kon bijdragen.  

Bekijk de trailer

Put your soul on your hand and walk | Frankrijk/Palestina, 2025 | Regie: Sepideh Farsi | Met: Fatem Hassouna | Duur: 112 minuten | Distributie : Imagine 
|  Oxfam is partner van de film

Uitzonderlijke vertoning in Boechout op 10 oktober, georganiseerd door de Wereldwinkel Oxfam.

Nieuws
Humanitaire hulp bij rampen en conflicten

Fatem Hassouna, het eeuwige icoon van het Palestijnse verzet

Persbericht
Humanitaire hulp bij rampen en conflicten

Persreactie Oxfam op Gaza-akkoord: “Het werd tijd!”

Persbericht
Humanitaire hulp bij rampen en conflicten

Oxfam reactie op IPC classificatie hongersnood in Gaza