Een feministische en intersectionele kijk op klimaatrechtvaardigheid

Vrouwen en LGBTQIA+-personen worden meer getroffen door de klimaatcrisis dan anderen – ook al zijn ze daar algemeen genomen het minst verantwoordelijk voor. Toch wordt er op het beleidsvlak van emissiereductie geen rekening gehouden met hun standpunten.

climate march gender en climate

De gevolgen van de klimaatcrisis hebben gevolgen voor iedereen. Maar ze treffen vrouwen en LGBTQIA+-personen onevenredig hard. Door structurele genderongelijkheid hebben vrouwen en LGBTQIA+-mensen minder toegang tot financiële middelen, grond, onderwijs, politieke macht en gezondheidszorg. Al die ongelijkheden verminderen hun weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering.

Enkele voorbeelden die de link aantonen tussen de klimaatcrisis en genderongelijkheid:

Ongelijkheid op het vlak van verantwoordelijkheid:

Ongelijkheid op het vlak van gevolgen:

  • Mannen werken vaker buitenshuis dan vrouwen, en bij een klimaatramp bereiken waarschuwingsberichten de thuisblijvende vrouwen niet altijd. Bovendien leren niet alle vrouwen zwemmen, omdat sommige sociale regels hen dat verbieden. Toen een cycloon in 2008 over Myanmar raasde, waren de meeste slachtoffers (60%) vrouwen. 

  • Noodsituaties vergroten het risico op huiselijk en seksueel geweld buitenshuis. Uit een onderzoek in Madrid bleek dat het risico op femicide in intieme partnerrelaties met 40% toenam tijdens hittegolven.

  • Tijdens de aardbevingen in Haïti in 2010 kregen LGBTQIA+-personen, zoals transgenders en interseksuele personen, te maken met gendergerelateerd geweld en ‘correctieve verkrachting  in de tijdelijke opvanghuizen.

Een intersectionele aanpak  

Niet alleen het geslacht bepaalt of iemand meer te lijden heeft onder de klimaatcrisis. Leeftijd, fysieke en mentale gezondheid, seksuele geaardheid, genderidentiteit, huidskleur en andere identiteitskenmerken spelen ook een rol. Die parameters zijn niet willekeurig: een ongelijke machtsstructuur leidt ertoe dat de behoeften en eisen van sommige groepen veel meer gehoord worden dan die van anderen. Alle machtsposities worden nog altijd voornamelijk ingenomen door witte, mannen zonder een beperking. Zij houden vanuit hun leefwereld onvoldoende rekening met andere groepen in de samenleving, met als resultaat dat die laatsten meer getroffen worden door de gevolgen van de klimaatcrisis. Mensen met meer dan één identiteitskenmerk dat aanleiding kan geven tot discriminatie, zoals vrouw en zwart zijn, staan voor nog grotere uitdagingen.

Om klimaatrechtvaardigheid te bereiken, moeten we erkennen dat het huidige maatschappijmodel gebaseerd is op een patriarchaal, koloniaal en neoliberaal systeem van uitbuiting.

Voorbij de visie van vrouwen als slachtoffers

Het is van groot belang dat we vrouwen niet afschilderen als slachtoffers die we moeten redden van een ecosysteem in verval. We mogen ook niet vervallen in essentialisme: vrouwen staan niet ‘van nature’ dichter bij de natuur dan mannen. Ze worden effectief harder getroffen door de klimaatcrisis, maar dat onrecht is niet  inherent aan het vrouw-zijn. Het is het resultaat van structurele ongelijkheden die voortvloeien uit gendergebonden sociale rollen en discriminerende culturele normen en praktijken. 

Wat de context en de moeilijkheden waarmee ze te maken krijgen ook zijn, vrouwen proberen om te gaan met hun situatie en ontwikkelen strategieën om de gevolgen van de klimaatverandering te overwinnen. Maar eigenlijk hebben we systemische en egalitaire herstructureringen en beslissingen nodig om te voorkomen dat vrouwen er nog een mentale belasting bovenop krijgen, namelijk die van ‘de planeet redden’.  

De druppel: ongelijkheid qua emissiereducties  

Wanneer er beslissingen genomen wordenover sociale gelijkheid en het klimaat, wordt vaak geen rekening gehouden met de standpunten van mensen onderhevig aan discriminatie. Dit komt omdat ze niet vertegenwoordigd zijn in de besluitnemende organen, of omdat er te weinig gegevens zijn over hun situatie, ofwel omdat die gegevens genegeerd worden. Het gebrek aan diversiteit onder de beleidsmakers vertaalt zich in een gebrek aan diversiteit in het klimaatbeleid en maakt de bestaande ongelijkheid nog groter. Toch werd recent ook vooruitgang geboekt zoals de WGC (Women & Gender Constituency). Die staat ervoor garant dat er tijdens de COP's rekening wordt gehouden met vrouwenrechten en genderrechtvaardigheid.

Structurele ongelijkheden beperken vrouwen en LGBTQIA+-personen ook in hun inspanningen om de uitstoot te verminderen. Vrouwen zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd in kleinschalige en duurzame landbouw, en overheden onderfinancieren en ondersubsidiëren dat soort activiteiten. Vrouwen en LGBTQIA+-personen die gebruik willen maken van duurzame vervoersmiddelen (fiets, openbaar vervoer, te voet) moeten heel wat obstakels overwinnen: ze lopen gevaar, worden lastig gevallen en krijgen te maken met een gebrek aan geschikte, veilige en goed onderhouden infrastructuur.

Oplossingen voor meer gelijkheid in het licht van de klimaatcrisis

Dat alles overtuigt ons ervan dat het essentieel is om een feministische en intersectionele visie op klimaatrechtvaardigheid te hanteren. Dat doen we niet alleen in onze internationale samenwerkingsprojecten, maar ook via onze belangenbehartiging in België en de rest van de wereld. Oxfam lobbyt hard om deze zaken aan te kaarten op grote internationale bijeenkomsten, zoals de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties. Ontdek het werk van de Adviesraad voor Gender en Ontwikkeling (ARGO).

Rechts