Arcelor-Mittal

Superrijken zijn supervervuilers

Heel wat mensen gooien hun oude gewoonten overboord om milieubewuster te gaan leven. Intussen blijven de superrijken investeren in vervuilende ondernemingen die onverstoorbaar winst blijven boeken terwijl ze onze planeet verbrodden. Als het de nationale overheden menens is en ze de klimaatcrisis echt willen afremmen, dan moeten ze de ondernemingen verplichten hun uitstoot te verminderen en belastingen heffen op de investeringen van de miljardairs in de vervuilende industrieën. 

We stoten allemaal koolstofdioxide uit, maar hoe hoger ons inkomen, hoe hoger onze uitstoot. Investeringen vormen de grootste bron van CO2-uitstoot van de rijksten. Zo is liefst 70% van de uitstoot van broeikasgassen door de rijkste 1% afkomstig van hun investeringen, en dan vooral in gas-, olie- en cementmultinationals.  

Dat is de conclusie van ‘Carbon Billionaires’, het recentste rapport van Oxfam, waarin we de investeringen van de allerrijksten in 183 multinationals hebben geanalyseerd. En onze bevindingen zijn duidelijk: 125 miljardairs, zoals Stefan Quandt (hoofdaandeelhouder van BMW), Lakshmi Mittal (voorzitter van Arcelor Mittal) en Vagit Alekperov (CEO van Lukoil) stoten ‘dankzij’ hun investeringen 393 miljoen ton CO2 per jaar uit. Dat is net zoveel als heel Frankrijk.

Ecologie en sociale rechtvaardigheid met elkaar verzoenen

Die conclusies wijzen op een duidelijk verband tussen de inkomensongelijkheid en de klimaatverandering. Vreemd dus, dat de groeiende verantwoordelijkheid van de rijken en de grote ondernemingen voor de wereldwijde uitstoot maar zelden in rekening gebracht wordt wanneer het klimaatbeleid wordt uitgewerkt.

Zo draait het debat over de CO₂-heffing (een milieubelasting op de uitstoot van koolstofdioxide) altijd rond een vaste belasting voor iedereen. Frankrijk is een goed voorbeeld van een klimaatbeleid dat geen rekening houdt met de ongelijkheid. Daar heeft de overheid in 2018 de forfaitaire CO2-heffing verhoogd om 4 miljard euro extra in het laatje te krijgen. Die maatregel weegt vijf keer zwaarder door op het budget van de armste 10% dan op dat van de rijkste 10%. Tegelijkertijd schrapte de regering de vermogensbelasting die een vergelijkbaar bedrag opbracht. Die politieke keuzes hebben geleid tot nationale protesten toen de zogenaamde ‘gele hesjes’ spontaan op straat kwamen. 

De rijken belasten, een goed idee

We kunnen de ecologische transitie makkelijk sociaal rechtvaardig laten verlopen: het zwaartepunt van de omslag moet van de kwetsbaarste consumenten, die het minst vervuilen, verlegd worden naar de superrijken en de ondernemingen. Zij vervuilen namelijk het meest en beschikken over de middelen om te vergroenen.

De overheden moeten dan ook een belasting heffen op investeringen in activiteiten die nefast zijn voor het milieu, om die zo een halt toe te roepen. Dat soort belasting is overigens al aangehaald door de economen Thomas Piketty en Lucas Chancel. Zij hebben berekend dat een heffing van 10% op de vervuilende activiteiten die door de miljardairs in stand worden gehouden op wereldschaal minstens 100 miljard dollar per jaar kan opbrengen. En dat is exact het bedrag dat de rijke landen in 2009 tijdens de COP15 in Kopenhagen hebben beloofd aan de lage-inkomenslanden opdat die de strijd tegen de klimaatcrisis zouden kunnen financieren. Die belofte is nog altijd niet nagekomen, want 80% van de klimaatfinanciering wordt verstrekt in de vorm van leningen. Die moeten dus, met interesten, afgelost worden. En dat is te gek voor woorden: de armste landen torsen nu al een zware schuldenlast en horen dan ook niet verplicht te worden om geld te lenen om een klimaatcrisis waarvoor zij niet verantwoordelijk zijn het hoofd te kunnen bieden.

De klimaatverstorende ondernemingen tot de orde roepen

De miljardairs zijn evenwel slechts het topje van de ijsberg. Amper 100 ondernemingen zijn verantwoordelijk voor liefst 71% van de wereldwijde CO2-uitstoot. En toch legt geen enkele overheid de bedrijven op hun ecologische voetafdruk terug te dringen. Zelfs de Europese Unie, die heeft afgesproken om de uitstoot tegen 2030 met 55% te verminderen, laat betijen.  

Het gevolg laat zich raden: de olie- en gasindustrie blijft megaprojecten opzetten die ons recht naar een opwarming met 2,8°C leiden. De Franse oliereus Totalenergies (voorheen Total), bijvoorbeeld, legt momenteel een pijpleiding van 1445 kilometer aan tussen Oeganda en Tanzania, waarbij tienduizenden mensen onteigend worden. Uiteindelijk zal de leiding goed zijn voor 230.000 vaten olie per dag. De Oegandese aardoliereserves volstaan om de wereldmarkten minstens 25 jaar lang te bevoorraden. Tot 2050 dus, het jaar waarin de wereldwijde netto nuluitstoot een feit moet zijn.

Laat de vijanden van de ecologie de dans niet ontspringen

We kunnen niet verwachten dat de mensen hun leven radicaal omgooien terwijl de ondernemingen de planeet blijven vernietigen. De grote oliemaatschappijen, zoals Exxon, Total en Aramco, zijn grotendeels verantwoordelijk voor de klimaatramp die zich afspeelt. We moeten hen dan ook verplichten om ambitieuze doelstellingen te formuleren opdat ze hun uitstoot zouden verminderen om zo de klimaatopwarming, zoals afgesproken in het Akkoord van Parijs, te kunnen beperken tot anderhalve graad.  

In ons rapport schuiven we een aantal opties naar voren. In de eerste plaats wil Oxfam de landen ertoe aanzetten hun ondernemingen te verplichten hun uitstoot van broeikasgassen nauwgezet te berekenen en gedetailleerde informatie te verschaffen over hoe ze die uitstoot willen verminderen. Momenteel is er amper sprake van klimaatrapportering, en als die er al is, moet ze vooral het imago van de multinationals een groen randje geven.  

Daarnaast moet een aanzienlijk deel van de verloning van de CEO’s en van de dividenden die worden uitgekeerd aan de aandeelhouders afhankelijk worden gemaakt van de al dan niet verwezenlijking van de uitstootreductiedoelstellingen. En ten slotte dienen de ondernemingen te verzekeren dat ze met hun klimaatdoelstellingen de mensenrechten niet in gevaar brengen. Als hele gemeenschappen worden onteigend om soja aan te planten zodat we in Europa op ethanol kunnen rijden en een groen continent kunnen worden, dan is de remedie uiteindelijk erger dan de kwaal. Maar er is ook reden tot hoop, want de klimaatbeweging is nog nooit zo groot geweest als nu. Dit is dan ook het moment om een versnelling hoger te schakelen. In 2023 zullen we campagne voeren bij de overheid en de EU opdat ze de ondernemingen een zogenaamde ‘zorgplicht’ zouden opleggen. Daarmee moeten ze aantonen dat ze in hun hele productieketen de nodige maatregelen implementeren om de rechten van de mens en het milieu te verzekeren.

Arcelor-Mittal

Lees 'Carbon Billionaires'

Kom meer te weten over de 'investeringsemissies' van de miljardairs.

Rechts