Omzetting van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken

In dit vergelijkend onderzoek wordt onderzocht hoe de Europese Richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken (UTP) is geïmplementeerd in België, Frankrijk en Spanje, waarbij wordt benadrukt hoe deze drie lidstaten in bepaalde opzichten verder zijn gegaan dan de vereisten van de Richtlijn.

Deze lidstaten zijn geselecteerd vanwege hun bepalingen die de aankoop van landbouwproducten onder de productiekosten verbieden - een sterke vraag van boerenorganisaties.

Door zich uitsluitend op deze casestudies te concentreren, biedt het onderzoek een gedetailleerde vergelijking van hun aanpak. De studie is gestructureerd in secties die betrekking hebben op: 
1 de doelstellingen van de wetgeving, 
2 het toepassingsgebied, 
3 specifieke bepalingen rond verboden en obligaties, en
4 mechanismen voor sanctionering en handhaving door de relevante autoriteiten. 
Deze analyse is bedoeld om te laten zien hoe deze landen de UTP-richtlijn hebben geïnterpreteerd en ontwikkeld om oneerlijke handelspraktijken krachtiger aan te pakken

We kunnen uit de ervaringen van deze drie landen een aantal belangrijke lessen trekken:

  1. Schriftelijke en geregistreerde contracten zijn essentieel voor de afdwingbaarheid van UTP-regelingen. Ze bieden een duidelijke juridische basis voor zowel handhaving als onderhandelingen.
  2. Berekeningen van de productiekosten op boerderijniveau, ondersteund door sectorale benchmarks, zijn noodzakelijk om realistische prijsonderhandelingen te garanderen.
  3. De opname van een verbod op de aankoop onder de productieprijs in de zwarte lijst van de UTP-richtlijn is cruciaal om machtsonevenwichten te voorkomen en de effectieve toepassing van het verbod te garanderen.

Deze maatregelen versterken gezamenlijk de positie van boeren in de toeleveringsketen en dragen bij aan eerlijkere en transparantere handelspraktijken.

Download het document (in het Engels) 

Rechts