foodfrontliners
Opinie8 mei 2020

Koop je lokaal? Denk dan ook even globaal

Er brandt een lichtje aan het einde van de lockdown-tunnel. Op 11 mei heropenen de handelszaken. Sinds het begin van de quarantaine klinkt de oproep om lokaal te kopen luider dan ooit: bij de (bio)boer, de boetiek dichtbij, het winkeltje op de hoek. Niet dat het buy local-principe nu uit de lucht komt vallen, maar in deze ‘tijden van nood’ krijgt ze forse bijval uit diverse hoeken. Maar wat versta jij onder ‘lokaal’? ‘Made in Belgium’ is bijvoorbeeld geen synoniem voor ‘geteeld in België’. En vooral: wie of wat steun je met jouw aankoop? Daarom een warm pleidooi om even bij stil te staan als straks de winkels weer open gaan: koop je lokaal, denk dan ook even globaal …

Terwijl we onze handelaars en lokale boeren in deze turbulente tijden steunen met onze aankopen, en we buitenlandse webshops mijden, mogen we de producenten veraf niet vergeten.

Koffie-Uganda

Lokaal verkocht, globaal geteeld

Kijk eens even naar wat je vandaag aan hebt, wat je eet en drinkt. Lokale en duurzame productie krijgt steeds meer bijval. Korte keten is hipper dan ooit. Terecht! Maar we zullen ook nog steeds afhankelijk zijn van – in afstand – langere ketens. Ook daar moet duurzaamheid voor mens en milieu centraal komen te staan.

We doen een tour de la maison, van je dressing naar de keuken: er is het katoen in je T-shirt of jeans, het platinum en goud in je smartphone, de koffie aan je ontbijttafel en de banaan als vieruurtje. Ze komen van ver en je koopt ze rond de hoek.

Terwijl we onze handelaars en lokale boeren in deze turbulente tijden steunen met onze aankopen, en we buitenlandse webshops mijden, mogen we de producenten veraf niet vergeten. In het bijzonder degene die zorgen voor ons voedsel. Ze zijn, analoog aan het medisch zorgpersoneel, onze food frontliners. Maar die frontlinie bevindt zich dus niet per se dichtbij.

Koffie is een goed voorbeeld om even onder de loep te nemen. Waar kocht je jouw pakje koffie of jouw capsules? Gezien de huidige maatregelen, wellicht niet al te ver van huis. De koffiestruik zelf is echter een kieskeurig stukje flora. Koffie kan enkel worden geteeld in landen in de zogeheten bean belt, een gordel die zich tussen de twee Keerkringen bevindt. Bekijken we even de productieketen van koffie, dan stellen we vast dat het leeuwendeel van de productie ook in het land van oorsprong plaatsvindt: in Ethiopië, Congo, Honduras, Peru … De ongebrande koffie reist van daar en komt terecht bij koffiebranderijen overal ter wereld … en vervolgens in jouw lokale winkel.

 

Foute kleren

Nu kan je zeggen: natuurlijk weet ik dat bananen en koffie hier niet groeien. Wat is je punt? Dat een product zonder onderbreking te koop ligt in de winkelrekken is ondertussen zodanig normaal, dat weinig consumenten nog echt stilstaan bij de werk- en leefomstandigheden van de mensen die aan het begin staan van de productieketen en deze exoten telen. Die komen pas onder de aandacht als er een grootschalige ramp gebeurt.

 

Rana Plaza in Bangladesh doet wellicht een belletje rinkelen. Het schrijnende verhaal van de instorting van de fabriek in 2013 plaatste het probleem rond fast fashion en de productie van kleren in lagelonenlanden op de kaart. Meer nog: het trok het debat rond eerlijke mode en betere arbeidsomstandigheden op gang. Sindsdien weren bewuste kopers merken zoals ZARA en Primark uit hun garderobe. Nu de gevolgen van de huidige pandemie zich stilaan manifesteren, krijgt de wakkere shopper de trieste bevestiging dat de globale textielsector nog steeds verre van koosjer is: beelden van miljoenen textielarbeiders op straat folteren het netvlies. De winkels hier sloten de deuren en hierop anticipeerden de grote kledingmerken. Ze schroefden hun bestellingen bij de textielfabrieken drastisch terug. Geen vraag? Geen nood aan productie. Ga maar naar huis, iedereen!

Als tegengewicht voor deze wantoestanden, krijgt de fair fashionista gelukkig ook een steeds groter aanbod aan eerlijke mode om uit te kiezen: merken of bedrijven die ofwel lokaal produceren, ofwel in het buitenland, weliswaar met respect voor de arbeiders en het milieu.

Nu de gevolgen van de huidige pandemie zich stilaan manifesteren, krijgt de wakkere shopper de trieste bevestiging dat de globale textielsector nog steeds verre van koosjer is: beelden van miljoenen textielarbeiders op straat folteren het netvlies.

Fair food voor elke mood

Wat voor de modewereld geldt, is niet anders in de voedingsindustrie.

In de koffiesector, bijvoorbeeld, noteren we onder andere armoede ten gevolge van de volatiele en te lage marktprijs. De armoede onder de boeren is geen op zichzelf staand probleem. Het leidt tot kinderarbeid, tot een beroep doen op weinig duurzame teelttechnieken, zoals ontbossing, met alle ecologische gevolgen van dien.

Gelukkig kunnen we ook hier zeggen: wanhoop niet! Want er zijn merken en organisaties die tonen dat het anders kan. Ze timmeren aan een andere wereldhandel, die vertrekt vanuit respect voor de producenten van onze goederen, en het milieu. Maar net zoals in de mode-industrie, zijn het ook hier initiatieven die als eenzame eilandjes in een zee van oneerlijke handelspraktijken drijven. Ze wachten op de reguliere bruggen die hen hopelijk snel met elkaar verbinden.

Tegen de gevolgen van een pandemie als deze, kan enkel een globale aanpak op waarin ieders welzijn centraal staat. Hiervoor hebben we een solide wettelijk kader nodig dat de mensen op de productielocaties – ook die veraf! – beschermt. Terwijl daar volop voor geijverd wordt kan je alvast op persoonlijk niveau aan de slag. Daarom een leidraad in vraagvorm, die een bewuste shopper op weg helpt. Stel jezelf tijdens het winkelen de vragen: waar komt dit product vandaan? In welke omstandigheden leven en werken de telers ervan? Wens ik dit (nog) te steunen? En ligt hier een fairtrade-alternatief? #Kooplokaaldenkglobaal!

Fair food voor elke mood

Wat voor de modewereld geldt, is niet anders in de voedingsindustrie.

In de koffiesector, bijvoorbeeld, noteren we onder andere armoede ten gevolge van de volatiele en te lage marktprijs. De armoede onder de boeren is geen op zichzelf staand probleem. Het leidt tot kinderarbeid, tot een beroep doen op weinig duurzame teelttechnieken, zoals ontbossing, met alle ecologische gevolgen van dien.

Gelukkig kunnen we ook hier zeggen: wanhoop niet! Want er zijn merken en organisaties die tonen dat het anders kan. Ze timmeren aan een andere wereldhandel, die vertrekt vanuit respect voor de producenten van onze goederen, en het milieu. Maar net zoals in de mode-industrie, zijn het ook hier initiatieven die als eenzame eilandjes in een zee van oneerlijke handelspraktijken drijven. Ze wachten op de reguliere bruggen die hen hopelijk snel met elkaar verbinden.

Tegen de gevolgen van een pandemie als deze, kan enkel een globale aanpak op waarin ieders welzijn centraal staat. Hiervoor hebben we een solide wettelijk kader nodig dat de mensen op de productielocaties – ook die veraf! – beschermt. Terwijl daar volop voor geijverd wordt kan je alvast op persoonlijk niveau aan de slag. Daarom een leidraad in vraagvorm, die een bewuste shopper op weg helpt. Stel jezelf tijdens het winkelen de vragen: waar komt dit product vandaan? In welke omstandigheden leven en werken de telers ervan? Wens ik dit (nog) te steunen? En ligt hier een fairtrade-alternatief? #Kooplokaaldenkglobaal!

Rechts